Leven van onbekende VOC-vrouw

"Iedereen kent Michiel de Ruyter en Jan Pieterszoon Coen, maar van de vrouwen uit die tijd hebben we geen idee", zegt Anna Drijver. In de monoloog 'De mannen van Maria' kruipt ze in de huid van Maria van Aelst, een van de weinige zelfstandige en rijk geworden vrouwen uit het begin van de zeventiende eeuw. 

Tekst Margriet Prinssen Foto Benning Gladkova

Ze kreeg het boek 'De mannen van Maria' van Anneloes Timmerije een jaar of vijf geleden cadeau van haar moeder: "Ze geeft mij altijd graag boeken over historisch interessante vrouwen. Ik heb het meteen uitgelezen en het bleef me bij. Ik besloot er iets mee te gaan doen. Het is zo'n fascinerend verhaal over een tijd waarin bijna niets bekend is over de levens van vrouwen, zeker niet over vrouwen zoals Maria van Aelst. Maria werd al heel jong naar 'de Oost', het huidige Indonesië, gestuurd zoals meer meisjes, om als 'stoofpeertjes' te worden bevrucht door de Nederlandse Mannen die door Batavia bezet hadden. Ze ontpopt zich tot een zelfstandige vrouw, voor niets en niemand bang en ze wordt schathemeltje rijk met de - illegale - handel in diamanten".

Maria is een geslaagd personage, zeker geen heldin - Anna Drijver

Ze voreg toneelschrijver Maxine Palit de Jongh om 'De mannen van Maria' te bewerken tot een monoloog. Anna kende haar niet persoonlijk maar had gehoord van haar geëngageerde werk, onder meer de veelgeprezen toneeltekst 'Vecht' (2022) over het toeslagenschandaal. We spreken elkaar na afloop van een repetitie in Haarlem, waar ook schrijver/bewerker Palit de Jongh, die toevallig net die dag is komen kijken, en regisseur Olivier Diepenhorst aanschuiven. 

Geen eenvoudige klus om zo'n dikke pil te bewerken, maar Maxine was net zo enthousiast als Anna toen ze het boek had gelezen: "Ik heb mijn bewerking toegespitst op het personage van Maria; haar mannen - ze is vijf keer getrouwd! - spelen in ons stuk een bijrol." Het is belangrijk, vindt ze, om dit soort onbekende verhalen te vertellen: "We weten zo weinig van wat er echt gebeurde in de koloniën en al helemaal niets over het leven van vrouwen."

Geplunderd

Anna vult aan: "Maria maakt uiteindelijk ook gebruik - of beter gezegd: misbruik - van het koloniale systeem. Ze wordt op haar zestiende naar de Oost gestuurd met zeven andere meisjes, op bestelling van de heren van de VOC in Batavia, om Hollandse kindreen te baren. Alleen al die bootreis is een waanzinnig verhaal: het duurde destijds negen maanden om er te komen, er vielen tientallen doden, er werd geplunderd en verkracht. Daar is ze heel duidelijk slachtoffer. Maar verderop in haar leven, als ze een deftige Mevrouw is geworden, maakt ze ook echt misbruik van het koloniale systeem: ze houdt tot slaaf gemaakte vrouwen als bedienden." 

Olivier: "In het boek wordt het gegeven van de slavernij gebruikt als een historisch feit. Maxine heeft er in haar bewerking een moreel kader aan gegeven, dat vinden wij alle drie heel belangrijk. Vrijwel iedereen is het erover eens dat de slavernij slecht was, 'Het was nu eenmaal zo.' Maxine laat in haar bewerking zien dat Maria iedere dag de keuze maakt om eraan mee te doen en het systeem voor haar te laten werken. Als haar man een kind bij een bediende maakt, eigent ze zich dat kind min of meer toe. Later neemt ze het meisje zelfs mee naar Nederland alsof het haar eigen kind is." Anna: "Ze heeft zelf nooit kinderen gekregen, afgezien van enkele miskramen en een kind dat de wiegendood sterft. Ze is ook heel eenzaam. Maria is een gelaagd personage, zeker geen heldin. Uiteindelijk is ze ook een feilbaar mens."

Niet lastig

Ze vindt het niet lastig om een monoloog te spelen: "Ik speel niet alleen de rol van Maria, ik stap ook in en uit een aantal andere personages. Dat is juist ontzettend leuk om te doen." Wat Maxine in haar bewerking ook aan de orde heeft willen stellen, is het ecologische verhaal: "Het is ongelooflijk om te lezen hoe de Nederlanders Indoniesië naar Hollandse principes gingen ontwikkelen. Waarbij ze totaal niet keken naar wat er van nature groeide of wat er belangrijk was voor de oorspronkelijke bewoners. Alle grond werd bestemd voor één specifieke specerij omdat daar nu eenmaal het meeste geld mee werd verdiend. Daar begon het koloniale, kaptialischtische patroon van landbouw zoals dat helaas nog steeds op veel plekken wordt toegepast." 

Sneakers

Een belangrijke rol spelen de kostuums (ontwerp: Sandro Lima). Bij de repetitie is Anna al prachtig gekleed: zwart-witte sneakers met een zwarte tule rok en een pracht zwart-wit jakje: "Een soort fantasie van een zeventiende-eeuws silhouet", zegt Olivier. "Je ziet aan de kostuums hoe de status van Maria groeit. ze wordt steeds rijker en belangrijker."