Bowie Verschuuren

Een prachtig nachtelijk gesprek tussen twee verloren zielen - Theaterkrant

In deze recensie leest u alles over de voorstelling Stiekem Hooglied uitgevoerd door Toeac met Ariane Schluter e.a. in De Kleine Willem. Ontdek waarom deze voorstelling niet mag ontbreken op uw culturele agenda.

‘Als ik dan toch met iemand ongelukkig moet zijn, dan het liefst met jou.’

Een vrouw en een man komen stomtoevallig tegenover elkaar te zitten op het dek van de nachtboot naar Noorwegen. Beiden zijn diepongelukkig in de liefde. Onder invloed van mist en dieseldampen worden ze steeds openhartiger. In hun hoofden tilt de fantasie hen over grenzen en dromen ze groter dan ooit. Zo vluchten ze in gedachten samen weg van hun kleine, ellendige leventjes. Al is het maar voor deze ene, slapeloze nacht.

Bron: Theaterkrant.nl, Marijn Lems, Gezien op 20 maart 2025

In de warmbloedige muziektheatervoorstelling Stiekem hooglied loopt een toevallige ontmoeting tussen twee vreemden uit op een intiem nachtelijk gesprek, waarin ze elkaar over hun ongeluk in de liefde vertellen. Tussen de acteurs en de muzikanten ontstaat in de voorstelling net zo goed magie.

Op een speelvloer bezaaid met klapstoeltjes op een zeeblauw doek, nemen drie accordeonisten plaats (of eigenlijk twee accordeonisten en een acteur die voor de gelegenheid even doet alsof hij een accordeonist is). De muziek die ze inzetten is zwaarmoedig, en ze kijken met zo’n blik die de meest aanstelligere muzikanten kunnen hebben – ze vóelen hun eigen muziek echt. De aangezette emotie sluit aan bij de innerlijke monoloog van een vrouw, die in gezwollen termen een einde van haar leven overweegt.

Bij wat voor sentimentele shitshow ben ik nou terechtgekomen, denk ik in de openingsminuten van Stiekem hooglied. Maar dat is buiten de artistieke intelligentie van de makers gerekend. De openingsmonoloog blijkt een soort raamvertelling: de vrouw (Ariane Schluter) is romanschrijver en tracht een nieuw verhaal te verzinnen. De hoge emotionele inzet is te wijten aan het feit dat ze het slot alvast verzonnen heeft, maar de rest er nog bij moet bedenken: op haar bootreis is ze ’s nachts naar het dek gekomen om onder de sterrenhemel op inspiratie te wachten.

Daar komt ze een man (Ali Ben Horsting) tegen, die net als de vrouw met zijn ziel onder zijn arm loopt. Waar zij al een tijd kampt met liefdesverdriet, zit hij in het voorstadium: zijn huwelijk vaart vervaarlijk langs de klippen, en hij is door zijn vrouw op deze cruise gestuurd om vast te kunnen stellen of hij haar wel mist. Tussen de twee verloren zielen ontstaat stukje bij beetje een intiem gesprek, dat het midden houdt tussen een romantische toenadering en een wederzijdse biecht.

Tussen de acteurs en de muzikanten op de speelvloer ontstaat ondertussen ook iets magisch. Bedenkers Pieternel Berkers en Renée Bekkers, die samen het accordeonduo TOEAC vormen, vormen samen de gevoelskern van de voorstelling. Ze bewegen steeds mee met de spelers, dan weer meer verbonden met de een, dan weer met de ander. Zelden zie je zo’n sterke verbintenis tussen spel en muziek als in Stiekem hooglied: als zwijgende getuigen of als vertegenwoordigers van het gevoelsleven zijn Berkers en Bekkers gelijkwaardige tegenspelers van de acteurs.

De tekst van Peer Wittenbols is zowel ingenieus van structuur als vol van persoonlijkheid op het gebied van de dialogen. De sfeer doet regelmatig denken aan met name de latere films in de Before-trilogie van Richard Linklater, als de personages al wat volwassener zijn en romantisch optimisme al wat minder binnen handbereik ligt. Schluter en Ben Horsting weten in de scherp geobserveerde regie van Ria Marks een prachtige balans tussen beschadigdheid en onverzettelijkheid te treffen: down, but not out.

Door de romanideeën van de vrouw als rode draad door de vertelling te laten lopen, onderstreept Wittenbols die worsteling tussen romantisch defaitisme en getting back on the horse. Omdat het slot al vastligt, kijkt de vrouw alleen nog terug: hoe is ze hier gekomen? Maar dat perspectief komt onder invloed van de ontmoeting steeds meer onder druk te staan: van een lijvige roman naar een novelle naar een kort verhaal. Zo komt er steeds meer ruimte om weer in het hier en nu te staan. Het prachtige Stiekem hooglied doet daarmee zijn naam eer aan: zonder de cumulatieve pijn van gefnuikte liefdes te onderschatten, is de voorstelling uiteindelijk een pleidooi voor het steeds opnieuw blijven proberen.