OP EEN MOOIE PINKSTERDAG 


Door Ton Ouwehand 
 
Trots, ijdelheid, ik kan  het die middag allemaal niet ontdekken bij Harry. Hij is vriendelijk, correct, beschaafd en tevreden. Als hij ergens aan lijdt is het een hoge mate van zelfrelativering. Hij heeft wel veel liedjes geschreven, tussen de vier en vijfduizend, heeft iemand wel eens voor hem uitgerekend.  Maar welke van zijn liedjes nou echt iets voorstellen? Een liedje waarvan hij blij is dat hij het heeft geschreven? Hij denkt even na. Dan vertelt hij dat hij een keer op een vakantie in Italië naar de Wereldomroep luisterde. En laten ze nou Op Een Mooie Pinksterdag draaien. En toen hij het na al die jaren terug hoorde, betrapte hij zichzelf erop dat hij het geen onaardig liedje vond. ‘Gek hé’, zegt hij, ‘terwijl het zo snel was geschreven.’ Annie M.G. Schmidt en hij waren bezig met hun eerste musical Heerlijk Duurt Het Langst. Hoofdrolspeelster Conny Stuart had tussen twee scènes door geen tijd om zich te verkleden. En andere kleding was wel essentieel. ‘Nou dan maken we even een liedje’, hadden Annie en hij tegen elkaar gezegd. Op Een Mooie Pinksterdag. Toen hij het terug hoorde in Italië kon hij het niet ontkennen: dit liedje zat best goed in elkaar.  
  
(Uit: Niemand zo aardig als hij, AFDH)