DE BOER EN DE CABARETIER


Voormalig theatermaker en muzikant Jan de Boer (80) zegt dat hij Henk Elsink altijd heeft bewonderd om zijn taalgebruik, zijn timing, articulatie en dixie. Hij had een heilig ontzag voor het Nederlands van Elsink. 

Dat begon al toen Jan de Boer als zeven jarig klein Twents sprekend kereltje op de Prinseschool in Enschede kwam. Elsink zat toen in de zesde klas. “Hij viel me direct op, maakte een enorme indruk op mij. Zeker toen hij op een bepaald moment als vrouw verkleed achter een kinderwagen door de school liep. Misschien waren ze wel aan repeteren voor de eindmusical.”

Meester Dekker zal ongetwijfeld een rol hebben gespeeld in de Henks liefde voor het theater, vermoedt Jan. Bij hemzelf was het zeker het geval. “Dekker was de dirigent van de Sint Nicolaas Operette. Hij was veel in de weer met theater en hij kon fantastisch voorlezen.”

De vader van de Boer werkte bij de spoorwegen, maar ook runde hij een impresariaat dat gelieerd was aan dat van Herman Rinket. Allerlei artiesten had hij in zijn bestand: jodelkoningin Olga Lowina, goochelaar Fred Kaps, Imca Marina en ook de jonge Henk Elsink. “Henk was een jaar of zestien dat hij optrad. Hij was heel druk bezig met zingen van chansons. Hij organiseerde ook jazzconcerten. Daarvoor huurde hij een grote auto met een stellage erop waar dan het door hem geregelde optreden opstond van de Dutch Swing College Band, the Down Town Jazz Band, dat soort orkesten. Ik ging vaak met hem mee. Dan reden we op zondagmiddagen naar De Waarbeek om de mensen die daar naar die dansmiddag waren geweest op de komende jazzconcerten te attenderen.”

Jan trok veel op met Henk. Ook toen Elsink druk op zoek ging naar een eigen theatertje, dat hij 'De Lijmkit' noemde, waar hij een nachtclub wilde beginnen. “In die tijd heeft Henk een hekel gekregen aan zijn geboorteplaats. Steeds kwam hij met een gevonden plek aanzetten, waar hij vervolgens van de gemeente geen toestemming voor kreeg. Ik herinner me een lege fietsenstalling aan de Noorderhagen.”

Uiteindelijk kreeg Elsink zijn theatertje in een bovenzaaltje van Ons Huis, aan de Oldenzaalsestraat, waar later bioscoop Metropool kwam en nog veel later de Xenos. De ruimte kwam vrij toen het jazzorkest The Classics, waarin Jan de Boer klarinettist was, een andere thuishaven kregen, bij het Diekman. Overigens viel Elsink wel eens in bij dit orkest als pianist. Boven Ons Huis richtte Elsink zijn theatertje op dat hij Ort de lilas noemde. 

De wegen van de Boer en de cabaretier kruisten elkaar in 1973 nog een keer. De Boer: ‘Ik had een schnabbel met de Glanerbrugger Muzikanten. We namen een plaat op in de studio’s van Phonogram in Hilversum. We hadden pauze en we liepen met een paar muzikanten naar buiten even een frisse neus halen. Ineens komt daar een bronskleurige Rolls Royce langs rijden. Er wordt een raampje opengedraaid en er klonk: “hé Jan de Boer!” Dat was Elsink, die in hetzelfde complex Kleine Johanna ging opnemen.’

Elsink liep als een rode draad door zijn leven, zegt de Boer al kwamen ze elkaar nooit meer tegen. “Een jaar of vijf geleden was ik bij een reünie van de Burger Harmonie. De naam Elsink viel en iemand zei: zijn broer Jan is er wel. Die werkte nog wel eens met de blazers. Ik vroeg of Jan de groeten aan Henk wilde doen. Hij wilde dat best doen, maar hij zei dat het geen zin had. Henk was al jaren aan het dementeren.”

Samen delen kost niets! 

Facebook

Twitter

LinkedIn