Vier toneeltorens aan de kim
Met een concert van het Overijssel Filharmonisch Orkest en een optreden van cabaretier Henk Elsink wordt in september 1971 Cultureel Centrum De Hagen in Almelo feestelijk in gebruik genomen. Het kloppende hart van het complex is een schouwburgzaal met plek voor voor 760 toeschouwers. Het is bedoeld voor zowel amateurgezelschappen als professionele artiesten. Bijzonder is het zogeheten akoestisch plafond met 94 kleppen die hydraulisch geopend kunnen worden. Bij concerten staan de kleppen open en wordt het zaalvolume aanzienlijk vergroot. Voor cabaret en (streek)theaterproducties blijven de kleppen gesloten.
Met De Hagen beschikt Twente nu over drie goed uitgeruste theaters: Enschede, Hengelo en Almelo. Het ontlokt de journalist van NRC Handelblad de volgende verzuchting: “Het verhaal gaat dat je bij helder weer vanuit de toneeltoren van De Hagen wel een viertal andere toneeltorens aan de kim kunt ontdekken. Het zal wel gelogen zijn, in elk geval voor een deel, maar het illustreert wel de groeiende veronderstelling dat in ons land theaters worden gebouwd alsof het niks is.”
De Hagen is een uitbreiding en professionalisering van het cultuurpodium van de herensociëteit Tot Nut En Vermaak. De sociëteit heeft al vanaf het eind van de 19e eeuw een eigen gebouw met concertzaal aan de Grotestraat. Daar vinden regelmatig optredens plaats. “Vele artiesten van de Polyphonia-concerten, die toch de hele wereld overkomen en dus zeer vele officiële gebouwen leren kennen, spreken telkens weer ongevraagd hunne waardering uit voor ons Sociëteitslokaal”, constateert een sociëteitslid in 1935.