DE AMUSEUR UIT ENSCHEDE
door Ton Ouwehand
Laat ik het maar eerlijk zeggen, wat populariteit betreft moet Henk Elsink het anno 2020 afleggen tegen de andere twee van de grote drie uit zijn geboortestad.
Naar Wilmink is in Enschede een basisschool, een flink plein en een theater genoemd. Banninks naam komt terug in een school, een piepklein straatje en een collegeruimte in Saxion. Maar in het Enschedese straatbeeld herinnert niets aan de gepassioneerde cabaretier die in 1935 aan de Janningsweg 5 werd geboren en op z’n veertiende een huis opschoof omdat het huis op nummer 7 meer kamers had. Hetgeen beter uitkwam met de vele kostgangers die moeder Elsink aan een inkomen moesten helpen.
Anders dan Bannink en Wilmink die het vak waar ze groot mee werden als het ware in rolden, wist Henk Elsink als kleine jongen al dat hij de mensen wilde vermaken. Hij wilde artiest worden. Schreef daarom revues en deed mee aan talentenjachten. Na de Volksparkschool en de Prinsenschool te hebben doorlopen, ging hij eerst als 16-jarige bij drukkerij Van der Schaaf werken, waar hij opgeleid werd tot lithograaf. Gert Timmerman werkte daar trouwens ook. En samen traden ze wel eens op. Maar op z’n 21ste kreeg hij werk bij de Nederlandse artiest Tom Manders (Dorus), waar hij in dezelfde tijd als Mini & Maxi een rol kreeg in diens cabaret-revue Saint Germain des Pres. Hij ging in Amsterdam wonen. Toen hij trouwde in 1959 reed de toen razendpopulaire Dorus in zijn ‘hoestbui op vier wielen’ het jonge stel naar het stadhuis (zie foto).
Van Dorus, ging hij naar het ABC cabaret van Wim Kan. Daarna had hij vanaf 1963 een eigen radioprogramma ‘Vrij Entree’ vanuit zijn eigen theater-restaurant aan de Warmoesstraat in Amsterdam: De Koopermolen.
Daar had hij vele groten uit de Nederlandse Kleinkunst als gast: Frans Halsema, Jules de Corte, Wim Sonneveld, Frits Lambrechts. Hele generaties zingen nog zijn openingslied:
Kom er maar in en vergeet je port’monee
Het is vrij, vrij, vrij entree
Dat steevast eindigde met: de komiek heeft een witz die moet u horen…
En dan volgde een mop, die begon met: op weg naar het theater…
Dit kun je rustig de voorloper van Jiskefets ‘Debiteuren Crediteuren’ noemen, dat altijd opende met Herman Koch: ‘ik stond op de tramhalte…’
Vertellen van goede grappen is naast zingen een belangrijk item in de carrière van Elsink. Hij was een excellente verteller.
Met Toon Hermans als een van zijn inspiratiebronnen was Henk Elsink een gepassioneerde entertainer van het oude stempel. Hij noemde zich amuseur. Mensen vermaken, dat was zijn missie. Hij schopte nergens tegenaan. Hij was niet maatschappij kritisch. En dat heeft tot gevolg dat men hem in deze tijd niet meer zo herinnert. Anders dan het werk van Wilmink en Bannink is veel van Elsinks repertoire niet tijdloos. Om aardig wat van zijn conferences kan men nog steeds hardop in de lach schieten, maar ze refereren wel aan voorbije tijden.