Meisje met de Zwavelstokjes: Met een lach en een traan, met warmte, in een heerlijke voorstelling
Sfeerverslag door Jeroen Hendrik
“Ik heb het verhaal nagelezen. Het is maar anderhalve pagina. Hoe maak je daar een voorstelling van.” De kerstvoorstelling van dit jaar begint met drie acteurs die over het sprookje “Het Meisje met de Zwavelstokjes” praten. Han Oldigs heeft de oplossing. Hij heeft het originele boekje van het meisje, dat haar oma haar gegeven had en dat vol staat met verhaaltjes die zij vertelde, op de kop weten te tikken. Het meisje, waarvan overigens niemand de naam schijnt te weten, heeft er afbeeldingen bij getekend. Met afgebrande zwavelstokjes.
Het mag duidelijk zijn. De nieuwe familievoorstelling van Wilminktheater en Muziekcentrum Enschede is een vrije bewerking van het kerstsprookje dat Hans Christan Andersen schreef. Het Muziekcentrum is daarvoor omgetoverd tot een heuse theaterzaal, met podium en voordoek en op een zijtoneel de band. Kerststerren sieren het plafond.
Han Oldigs neemt dus overduidelijk de leiding bij de acteurs. Rein Hofman en Sarah Bannier mogen diverse rollen spelen, te beginnen met een pruimenverkoper – wel een aardige – en een hoer, tot grote hilariteit in de zaal. Zij blijkt de vriendin van de vader van het meisje. Han Oldigs speelt dan weer deze dronken bullebak. Het zijn slechts drie van de vele rollen die zij zullen gaan spelen. Veel kleurrijke types, soms met een herkenbaar afwijkend accent. Running gag: de politieagent met Twentse tongval die een jonge dief achtervolgt, en steeds door een ander wordt gespeeld.
De voorstelling speelt zich af in Dickens’ tijd: er zijn zelfs een aantal herkenbare personages die een rol in de voorstelling spelen. Zo komt bijvoorbeeld Scrooge mopperend voorbij lopen. Hij koopt uiteraard geen stokje en bij een goede daad van het meisje blaft hij haar zelfs af. Een belangrijker rol is weggelegd voor Dodger, een straatjongen die sympathie heeft voor het meisje en een aantal ontmoetingen met haar heeft. Hij is verbijsterd dat het meisje de beurs teruggeeft die Scrooge had laten vallen, maar raakt gefascineerd door haar rechtlijnige logica ter verklaring.
Hij is slechts een van de personen met wie het meisje gesprekken aangaat, nadat ze door haar vader de straat op is gestuurd om zwavelstokjes te verkopen. Velen zijn welgesteld, maar zelden lijken ze gelukkig. We horen (en zien) de problemen waarmee ze te kampen hebben. Soms is dat vooral kwetsbaar, zoals de man die na een ongeval zijn werk niet kan doen, dan weer grotesk, als een autoritaire vader zijn zoon dwingt tot een verstandshuwelijk met zijn nicht: een vrouw, waar hij niet van houdt. Met behulp van wijsheden van haar oma, en de verhaaltjes uit het boek, probeert ze hen uit de put te helpen waar ze in zitten. Zo zitten er dus weer minivoorstellingen in een voorstelling over een voorstelling, wat complexer klinkt dan het uitpakt. Mooi is dat er verschillende technieken worden gebruikt om deze korte verhaaltjes uit het boekje te tonen. Van een gewoon toneelspel, met een prachtige, ontroerende rol voor een dansend jongetje uit het kinderensemble, tot spel met projecties en schaduwspel.
Er is een flink ensemble, dat naast uit Wilmink’s Kweek uit een grote groep kinderen bestaat. Zij zorgen voor de omlijsting, zoals de sfeer op straat. Hoogtepunt is een aanstekelijk dansnummer tijdens een straatfeest ‘onder de tunnel’. Voor het overgrote deel spelen de kinderen namelijk straatkinderen (al zien we af en toe ook een geprivilegeerd kind met ouder op het podium lopen). Onder hen ook de Kweek. Zij blijken de macht over licht te hebben, waarmee ze voor bijzondere effecten kunnen zorgen.
Het decor zit buitengewoon ingenieus in elkaar. Joris van Veldhoven heeft veel verrassingen gestopt in een ogenschijnlijk simpel en statisch decor. Maar eenmaal gedraaid blijken de torens kleine vertrekken te herbergen, en als de boog zakt kan deze bijvoorbeeld als tafel dienen. Visueel heeft de voorstelling ook een bloedmooi einde. Het live orkest zorgt voor aanstekelijke begeleiding. Een hoogtepunt is het moment dat ze assistentie krijgen van de Kweek. Zij blazen op flessen en zorgen zo voor een heel speciaal geluid.
De drie hoofdcastleden hebben er duidelijk lol in. Dat merk je al als ze vooraf door de zaal lopen, bijvoorbeeld met de QR code van het online programmaboek, maar zeker ook als ze als zichzelf de voorstelling starten of tijdens de voorstelling weer even zichzelf zijn. Er wordt in de overgangen leuk gespeeld met het feit dat ze rollen spelen. Eenmaal in de rol wordt er overigens niet meer geschmierd; dan wordt de rol gespeeld zoals deze bedoeld is. Ook de jonge hoofdrollen van deze cast overtuigen. Isabel Merbis weet de balans tussen de oude wijze ziel en het kind dat ze is uitstekend te vinden. Ook in haar zang vindt zij de juiste toon. Sander Heino is die sympathieke straatboef, die je alle goeds gunt.
Hoewel het deels met je eigen perspectief en achtergrond te maken heeft, is “Het Meisje met de Zwavelstokjes” natuurlijk wel een sprookje met een treurig einde. Waar dat deze tijd steeds vaker wordt omzeild – denk aan De Kleine Zeemeermin en alle theaterversies van dat sprookjes sinds de Disneyfilm: er komt geen zeeschuim meer aan te pas – wordt het oorspronkelijke einde in deze voorstelling wel behouden. Er is voor veel van de personages in deze voorstelling het happy end dat zo hoort bij kerst, maar dat goede gevoel gaat hier wel vergezeld van een traan. Een emotie die er natuurlijk ook mag zijn, en zelfs kan opluchten. Wie het sprookje niet kent, doet er goed aan deze eerst te lezen. Niet omdat het nodig is om de voorstelling te volgen, maar het helpt wel in de emotionele beleving van de voorstelling.
Wederom sluit Wilminktheater en Muziekcentrum Enschede het jaar dus in stijl af. Met een lach en een traan, met warmte, in een heerlijke voorstelling.