Theatermaker Julika Marijn maakt een uitstapje naar Piet Mondriaan met theaterspecial
Ik wil dat het publiek na het zien van ‘Buiten de lijnen, het mysterie Mondriaan’ geïnspireerd de zaal verlaat. En ik durf te zeggen dat dit gebeurt. Door de beelden en muziek, én door het geweldige verhaal. Je wordt niet alleen ‘bijgeschoold’, maar ook opgetild.
Theatermaker Julika Marijn kreeg bekendheid met haar voorstellingen over sterke vrouwen als Helene Kröller-Müller, Etty Hillesum en Geertje Dircx, de tweede vrouw van schilder Rembrandt. Recent maakte ze ook een Paradevoorstelling over vrouwen zonder kinderen: No Kidding.
Met de theaterspecial Buiten de lijnen, het mysterie Mondriaan verkent ze een nieuwe kant van zichzelf. Samen met componist/pianist Rembrandt Frerichs vertelt ze het wonderlijke verhaal over de beroemde schilder Piet Mondriaan.
Door Marije de Jong
Wat fascineert je in Mondriaan?
‘Ja, waar zal ik beginnen? Ik groeide op om de hoek bij het Rietveldhuis in Utrecht dat in modernistische stijl gebouwd is. En ik heb als kind al een werkstuk gemaakt over de kunstbeweging De Stijl waar hij een rol in speelde. Vorig jaar, rond Mondriaans 150e geboortejaar, ben ik me verder in hem gaan verdiepen. Hoe meer ik over hem las, hoe intrigerender ik hem begon te vinden. Als je de weg ziet die hij heeft afgelegd; van landschapsschilderijen tot het totaal abstracte werk waarmee hij wereldberoemd is geworden. Ik ken eigenlijk geen kunstenaar bij wie begin- en eindpunt zo ver uit elkaar liggen. Wat me raakt is zijn enorme gedrevenheid. Hij wilde de wereld beter en eerlijker maken. Het was een heftige tijd met de Eerste Wereldoorlog en later de crisisjaren. Hij was idealist, vegetariër, volger van de Indiase leraar Krishnamurti en verdiepte zich in antroposofie. Hoe vaak hij ook verhuisde, die boekjes had hij altijd bij zich. Hij leefde voor zijn werk. Compromisloos. Jarenlang woonde hij in Parijs in zijn atelier waar alleen de hoogstnoodzakelijke dingen waren. Een kacheltje, een platenspeler. Dat was zijn heiligdom. Hij wilde geen ruis om zich heen hebben. Ik denk dat dit ijzerenheinige doorgaan van hem en die eenzaamheid hem goed pasten. Maar hij was niet mensenschuw, hoor. Hij hield van uitgaan, van dansen en had een grote vriendenkring.’
Hoe zat het met vrouwen in zijn leven?
‘In het begin is hij verloofd geweest, maar die verloving hij heeft verbroken, omdat hij naar Parijs wilde. Daar gebeurde het, daar wilde hij zijn. Hij zag bij vrienden die wel kinderen kregen welke concessies ze moesten doen om geld te verdienen voor hun gezin. Mondriaan had altijd geldproblemen, maar hij wilde per se niet in opdracht werken. Hij heeft meer relaties gehad. Ik kwam erachter dat er zelfs een kwartet bestaat over zijn vrouwen. Uiteindelijk heeft hij de kunst altijd belangrijker gevonden. Hij wilde zijn eigen weg gaan, zich blijven vernieuwen. Ik ging bij mijn zoektochtsteeds meer van hem houden, omdat ik hem zo toegewijd vind. Dat hij maar door- en doorgaat. Tegen de klippen op. Ondanks armoede, ondanks oorlog. Hij blijft tegelijkertijd ook mysterieus. Je dringt nooit helemaal tot hem door.’
Voel je persoonlijke raakvlakken?
Als ik een voorstelling maak over een persoon, moet er iets in zijn of haar levensverhaal zijn dat me raakt en me inspireert bij mijn eigen zoektocht. Ik leef in een heel andere tijd dan Mondriaan. Ik wil mezelf absoluut niet gelijk plaatsen aan hem, maar zijn drive herken ik wel als theatermaker. Ik vind het ontzettend lekker om ergens helemaal in te duiken. Ik wil iemands leven en werk helemaal doorgronden enprobeer dan zoveel mogelijk te lezen, te bekijken. In het geval van Mondriaan ben ik naar het Mondriaanhuis in Amersfoort gegaan, naar de villa in Winterswijk waar hij is opgegroeid, naar Bazel gereden waar een grote overzichtstentoonstelling was en natuurlijk naar het Kunstmuseum in Den Haag waar de meeste Mondriaans hangen.
Ik vind het leuk om bezoekers van de voorstelling mee te nemen in die reis, ik wil laten zien hoe bijzonder die wereld erachter is. Omdat Mondriaan heel erg van muziek hield, heb ik componist/pianist Rembrandt Frerichs gevraagd die sfeer te vertalen naar muziek. Dat werkt heel goed. Mondriaan schilderde vaak met jazzmuziek op, ter inspiratie voor zijn schilderijen. Rembrandt vertaalt op zijn beurt het ritme van een werk van Mondriaan live in een jazz-improvisatie. Iedere avond is dat weer anders. We spelen in een decor met heel grote projecties van Mondriaanswerk waardoor je zijn ontwikkeling helemaal meemaakt.’
Afgelopen zomer speelde je No Kidding op theaterfestival De Parade, een voorstelling over vrouwen zonder kinderen. Zit daar ook een raakvlak met Mondriaan?
‘Omdat Mondriaan ook geen kinderen had, voel ik daar zeker verwantschap. Zoals ik een NoMo ben – zo noem ik de not-mother-, zo zou je Mondriaan een NoFa – not-father - kunnen noemen. Die voorstelling ging ook over de vraag: hoe leef je een zinvol leven als je geen kinderen hebt? Bij Mondriaan kun je je afvragen of hij zo ver was gekomen als hij een gezin had gehad.
Bijna al je voorstellingen gaan over sterke vrouwen. Is Mondriaan een uitstapje?
‘Ik heb inderdaad tot nu toe alleen voorstellingen gemaakt over inspirerende vrouwen zoals Etty Hillesum, Helene Kröller-Müller en Geertje Dircx, de verstoten, tweedevrouw van Rembrandt. Allemaal vrouwen met wie ik op een bepaalde manier een connectie voel. In die zin is dit zeker een uitstapje, maar ook met Mondriaan heb ikveel raakvlakken. Het maakte me dus niet uit dat het dit keer een man was. Nou was hij ook wel een atypische man. Eén van de weinige, grote kunstenaars die geen klootzak was. Rodin, Monet, Rembrandt en Picasso waren ook enorme macho’s. Mondriaan was beleefd, hoffelijk en zachtaardig.
Was hij tijdens zijn leven al beroemd?
‘Het is je bijna niet voor te stellen, omdat hij nu wereldberoemd is, maar een groot deel van zijn leven was hij behoorlijk arm. Zijn kunst werd door de nazi’s als ‘entartete kunst’ beschouwd, hij heeft daarom twee keer moeten vluchten. Eerst naar Londen en later naar New York in 1940. Pas aan het eind van zijn leven, in 1944 werd hij bekender als kunstenaar, toen hij in New York werd opgenomen in de kring rond kunstverzamelaar Peggy Guggenheim. Hij is daar ook gestorven, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. Zijn schilderij Victory Boogie Woogie – dat trouwens nog niet af was bij zijn dood - is nu één van de duurste schilderijen die we hebben. ‘De Nachtwacht van de 20e eeuw’ wordt het wel genoemd. Dat is niet niks. Het is uniek, een soort eindpunt.’
Wat wil je met de voorstelling bereiken?
‘Ik wil dat het publiek na het zien van ‘Buiten de lijnen, het mysterie Mondriaan’ geïnspireerd de zaal verlaat. En ik durf te zeggen dat dit gebeurt. Door de beelden en muziek, én door het geweldige verhaal. Je wordt niet alleen ‘bijgeschoold’, maar ook opgetild.’
Valt er ook wat te lachen?
‘Jazeker. Mondriaan was verre van saai. Er zijn genoeg sappige en grappige dingen. En bovendien: Diederik van Vleuten regisseert en die maakt niks zonder humor als ingrediënt.’